We helpen de natuur
en zijn creatief met biodiversiteit
In het prachtige Hei- en Boeicop zitten we aan tafel met Arjen Kool en zijn vader Gert-Jan. “We hebben biologisch melkveebedrijf de Groene Hofstee met 95 melkkoeien, 40 stuks jongvee en 8 ossen. Onze kavels bestaan uit een huiskavel van 58 hectare en een natuurgebied van 37 hectare dat we bijna helemaal mogen beweiden.”
Alles sluit op elkaar aan
Arjen is een groot voorstander van biologisch boeren. “Mijn ouders zijn ermee begonnen en het bedrijf is er helemaal in meegegroeid. Ik zou nooit beginnen aan kunstmest strooien en koeien horen buiten te zijn. Zelfs in een matig jaar halen we 3.500 uur weidegang. In 2015 hebben we een vrijloopstal gebouwd. Alle ligboxen zijn verwijderd en we werken nu met houtsnippers die we een keer per jaar vervangen. Je houdt dan gecomposteerde organische mest over die we het land op rijden. Bewoners uit de buurt kunnen takken brengen die we versnipperen. Alles sluit nu mooi op elkaar aan.”
“Ik geniet ervan als de natuur zijn gang kan gaan.”
De natuur helpen
Het bedrijf van Arjen heeft positieve impact door de natuur op vele fronten te helpen. Hij vertelt er graag over. “We bevorderen de biodiversiteit actief. Een mooi voorbeeld zijn de biodiverse randen en het weidevogelbeheer, daar geniet ik echt van. In de randen hoor je het zoemen.
De prachtige polder van Hei- en Boeicop.
Op ons erf helpen we de natuur en hebben we bewust meidoorn- en vlier-struiken geplant. Van het vroege voorjaar tot de herfst volgt de nectar- en stuifmeelproductie elkaar op en zijn er veel bessen. Deze erfbeplanting is aantrekkelijk voor de vleermuizen. Op het moment dat er nog geen vliegen zijn, is er toch van alles voor de vleermuizen te beleven qua insecten door de bloeiende planten. De vleermuizen zijn belangrijk omdat ze veel stalvliegen eten die voor de koeien hinderlijk zijn.”
Arjen wil goed zorgen voor bodem en water.
Arjen vertelt trots dat hij fan is van oude koeien. De gemiddelde leeftijd van zijn koeien is zes jaar en zes maanden. Dat is behoorlijk oud aangezien vier jaar en elf maanden het gemiddelde is. “Op leeftijd produceren de koeien goed, de top ligt rond het zevende jaar."
“Ik ben fan
van oude koeien.”
"We doen ons best dat de koeien het naar hun zin hebben, bijvoorbeeld via strohokken voor de kalfkoeien. We zijn antibiotica en insecticide vrij, dat vind ik een mooie combinatie. Antibiotica vrij zijn en toch oude koeien hebben. Daarnaast hoeven we al jaren niet meer te behandelen voor maagdarm- of longwormen. Al met al hebben we veel positieve impact. Veel maatregelen voeren we al jaren en zijn voor ons heel vanzelfsprekend geworden.”
De koeien gaan vier keer per dag door de vliegenval.
De vliegenval
Arjen en zijn vader gebruiken een niet-chemische vliegenval, die ze met POP3 subsidie konden bouwen. “Er zijn een paar soorten vliegen die lastig zijn. De stalvlieg hadden we al redelijk onder controle via het scharrelen van de kippen in de stal en de vleermuizen en zwaluwen. De hoornvlieg zit echt op de koe en zuigt bloed. De koeien worden er onrustig door. Ik heb mij erin verdiept en ben via YouTube een presentatie tegengekomen van een soort vliegenval die we zelf zijn gaan bouwen. Doordat de koeien nu vier keer per dag door de vliegenval gaan, vang je een belangrijk deel en kunnen de koeien er goed mee om gaan.”
“Uiteindelijk komt alles op het land terecht.”
Hetzelfde geldt voor bloemenstroken, maar ik moet zeggen dat dat niet eenvoudig is. Vorig jaar hebben we gezaaid, en kwam de helft niet op omdat het zo droog was. En dan heb je éénjarigen en meerjarigen, die vergrassen bijvoorbeeld heel snel. Daar zijn we nog zoekende in. We willen niet zomaar wat zaaien omdat het moet, maar willen er goed over nadenken. Het is ook landschappelijk erg mooi. Het is een gezoem van jewelste als je daar in juli langsloopt.”
Positieve effecten op bodem en water
Boerderij de Groene Hofstee staat bekend om het actief verbeteren van bodem- en waterkwaliteit. “Het verminderen van de input, daar zijn we eigenlijk altijd wel mee bezig. Eerst zijn we gestopt met kunstmest en bestrijdingsmiddelen, daarna wormmiddelen, insecticiden en antibiotica. Uiteindelijk komt alles op het land terecht, dus dit is uiteindelijk veel beter voor bodem en water. Het insectenleven in de randen doet het hier geweldig, je ziet nu enorm veel libellen, prachtig.”
“Laat de zon niet op de bodem branden.”
Maatregelen tegen de warmte
Arjen probeert zelf veel te beïnvloeden. Er zijn ook veel factoren waar hij zelf geen invloed op heeft, zoals het klimaat. “Het wordt wel wat lastiger. Door de natte winters kunnen we vroeg in het voorjaar niet bemesten of met de koeien eruit, en de warmte in de zomer is onprettig voor ze. Daarnaast speelt het inklinken van de grond en het hol komen staan van de akkers een grote rol. Ook al wordt het water in de sloot en greppels hoog opgezet, het klinkt tot enkele meters van de sloot in tijdens langdurige droogte.”
Vader Gert-Jan vult aan: “Op veengronden en gronden waar een niet al te dikke kleilaag op zit, moet je geen grond meer bewerken. Gewoon gras laten staan en misschien juist in de zomer ook wat hoger maaien, zodat de zon niet op de bodem kan branden.” Arjen: “We zijn ook aan het kijken of we hoogstambomen kunnen aanplanten, zodat de koeien een plek hebben op het moment dat het erg warm is. Daarnaast fokken we nu ook alleen nog maar met rode stieren. Met een rode huid kunnen koeien toch wat beter tegen de hitte dan als ze zwart zijn.”
Aan de slootkant van de Groene Hofstee kom je veel verschillende planten tegen.
Ambitieus zijn
Gert-Jan sluit het gesprek af met een pleidooi om met z’n allen ambitieuzer te worden. “Via de provincie Utrecht ontvangen we subsidie voor het beheer van de slootkanten. De normen zijn makkelijk te halen en er is weinig stimulans om het nog beter te doen.
“Je kunt actief en creatief bezig zijn met biodiversiteit.”
Je wordt betaald voor de handeling en niet voor het resultaat, daar mag wel meer op bijzondere soorten gestuurd en beloond worden. Dit kan heel goed en fraudebestendig met de planten app. Als er steeds meer zeldzame plantensoorten in de slootkant staan, doe je het wat mij betreft heel goed. Met alleen algemene soorten kom je niet verder. Wat ons betreft ligt de lat te laag. Bij ons kom je op een stuk van 100 meter wel 60 verschillende planten tegen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de kale jonker, de dotterbloem, grote wederik, moeraswederik en watermunt. We vinden dat mooi en zijn er fanatiek mee bezig. Je kunt de biodiversiteit zelf op een hoger plan brengen door er actief en creatief mee bezig te zijn.
Aan slootbeheer werken we actief mee. Ook bij slootbeheer moet je meer sturen op soorten dan op maatregelen. Maatregelen moeten maatwerk zijn om de fauna te laten overleven in de sloot. Het past bij alles naar een hoger plan brengen, daar werken we graag aan mee.”