“Je kunt hennep uitstekend als tussengewas gebruiken.”

Meer verdienen door mee te werken met de natuur

Data en cijfers liggen aan de basis van de bedrijfsfilosofie van Pieter Brouwer, die samen met zijn vrouw Yvonne een melkveebedrijf heeft in Bunschoten-Spakenburg. “Kijk naar die cijfers, wat presteren boeren nu, en wat hebben ze gedaan? Spit in onderzoeken, en analyseer je eigen bedrijf. Als je verbeteren wil, moet je wel weten wat beter kán.” ​​​​​​​

Een zo hoog mogelijke marge per liter melk halen, dat is Pieters visie. “Dus niet heel veel liters met weinig marge, maar gewoon een normaal aantal liters met een gezonde financiële marge. Dan is je bedrijf ook weerbaar. Als je marge smal is en je hebt een lichte tegenslag, dan zit je gelijk in de problemen. Ik vind dat de agrarische sector wat weerbaarder moet worden. We zijn te veel afhankelijk van banken, toeleveranciers, noem maar op. Je moet zelf de regie houden over je bedrijf”, aldus Pieter.


Meemelken met het aanbod van de natuur

Om die marge hoog te houden, voert Pieter zijn 170 koeien en 75 stuks jongvee zoveel mogelijk ruwvoer van hoge kwaliteit van zijn eigen grond. “Ik heb 90 hectare reguliere landbouwgrond: 17 hectare snijmaïs en 73 hectare grasland, met divers gras van verschillende bodemtypen. Ook beheer ik 15 hectare natuurgrasland van Natuurmonumenten. Weidegang is het goedkoopste, met de meeste voedingswaarde en de minste verliezen.” Gemiddeld geven zijn koeien 9500 liter melk per jaar. “We gaan een beetje met de natuur mee. In het voorjaar melken we goed, maar na de langste dag dipt het wat in. Als het daarna weer eens regent, dan stijgt de melkproductie weer. We compenseren dat niet helemaal tot een vlakke productie, want compenseren kost bijna altijd geld.” 

“Vers gras, beter kan het niet.”

Dagelijks aan het sturen

Om dat gras optimaal te benutten, houdt Pieter allerlei data in de gaten en leest en leert hij veel. Hij is ook aangesloten bij Netwerk Praktijkbedrijven. “Eens per week komt Eurofins langs voor een vers-gras-analyse. Daardoor weet ik dat gras snel verandert. Na zonnige dagen zit er veel suiker in het gras, en relatief weinig eiwit. Als er daarna donkere dagen komen, dan worden de suikers omgezet in eiwit. Ik bespaar dus geld door dat suikerrijke voer te geven, want dan hoeft er geen energie bij in de vorm van tarwe of gerst. We zijn dus eigenlijk dagelijks aan het sturen, tenzij we een stabiele periode hebben qua weer.”

Pieter voert met de natuur mee. 

Kostprijzen worden vaak onderschat

Door te besparen op input, heeft hij een relatief hoog financieel bedrijfsresultaat. “De kringloopwijzer is een hekel punt onder boeren, maar ik verdedig hem wel. Helaas staan in de kringloopwijzer geen financiële kengetallen. Ik ben ervan overtuigd dat er een link is tussen goede kringloopwijzer-resultaten en de financieel-economische situatie van die bedrijven. Ik bespaar gigantisch door kringlopen te sluiten en veel vers gras te voeren. Als ik meer krachtvoer zou geven en er voor zou gaan, dan komen er meer liters uit. Maar als dan je marge verdampt, dan schiet je daar niets mee op. In ben economisch gedreven, met rendement als doel in plaats van productie.” 

“De kringloopwijzer is eigenlijk het rapportcijfer van je bedrijfsvoering.”

Geef die koe nog een kans

Pieters koeien gaan gemiddeld 4,5 lactatie mee, tegenover het Nederlands gemiddelde van ruim 3. “Een oude koe die het wat minder goed doet, die laat ik lopen. Als ik mijn 10 slechtste koeien op een rij zet, dan geven die bijna net zoveel als 10 vaarzen. Een oude koe is veel efficiënter met voer en je hebt geen opfokkosten. Of het duurzamer is weet ik niet, want die koe moet wel kalven en dat kalf komt ook weer ergens terecht.”

“Je moet leren denken als akkerbouwer, zeg ik wel eens.”

Gebruik maken van machines die de bodem zo min mogelijk belasten helpt de bodem stabiel houden.

“Ook hebben wij veel langjarig grasland, daar proberen we zo min mogelijk in te rommelen. Zo probeer ik ook bij maaien, bemesten en bewerking te kiezen voor machines die de bodem zo min mogelijk belasten. Zo blijft de bodem stabiel, en kan ook daar de natuur gewoon z’n gang gaan. Een uitdaging daarin is de bemesting. Hoe ga je bemesten, en hoeveel geef je aan gras en maïs? Door verschillende snedes te mengen komen we wel weer rond de 170 gram ruw eiwit per kilo droge stof uit in het kuilgras, en in het totaal rantsoen rond de 150 gram ruw eiwit. Een rantsoen onder de 130 ruw eiwit, daar geeft een koe geen melk voor. We hebben nu ook klavers ingezaaid, voor stikstofbinding, daar moet je ook mee leren omgaan.”


“Daar kun je ook kennis voor invliegen en dat moet je ook doen, want anders weet je zeker dat het mislukt. Je kunt niet alles zelf weten, en dat hoeft ook niet. Het helpt ook om mee te doen met initiatieven, zoals de Utrechtse Monitor Duurzame Landbouw. Het is goed met de provincies in gesprek te gaan en blijven, op een positieve manier. En vooral ook doel te nemen aan studiegroepen om je ogen en oren de kost te geven. Zo kun je weer op nieuwe ideeën komen voor je eigen bedrijf.”

De mogelijkheden van Utrechtse Monitor Duurzame Landbouw